
Al 30 jaar is de Weissensee in Oostenrijk de plek waar Jan van der Knaap in de winter naar toe gaat.
Het voelt altijd weer als thuiskomen.De gastvrijheid, de mensen en relaties die we daar in de loop der jaren hebben opgebouwd kan je gerust uniek noemen.
Het begon allemaal in 1989,
30 jaar Weissensee avontuur
Al 30 jaar is de Weissensee in Oostenrijk de plek waar Jan van der Knaap in de winter naar toe gaat.
Het voelt altijd weer als thuiskomen.De gastvrijheid, de mensen en relaties die we daar in de loop der jaren hebben opgebouwd kan je gerust uniek noemen.
Het begon allemaal in 1989, er werd een prachtig meer ontdekt in de Gemeente Techendorff. Er ligt daar in de winter een prachtige ijsplaat van vele kilometers lang.
De stichting wintermarathon werd opgericht. Zij gingen in gesprek met de burgemeester en het ei werd gelegd.
Wij Westlanders waren hier snel van op de hoogte. Na de elfstedentochten van 1985 en 1986 werd er door een club mannen de “Westlandse schaatsers “ opgericht.
Al vrij snel bereidde de club zich uit tot wel 60 leden waaronder ook een paar dames.
We werden het snel eens en besloten om op de Weissensee de alternatieve elfstedentocht te gaan schaatsen. De eerste twee jaar verbleven wij in Weissbriach, een dorpje nabij de Weissensee aan de andere kant van de berg. Vele jaren reisden we met een touringcar. Dat was niet erg comfortabel , vaak 20 uur in een bus dus erg vermoeiend. De eerste jaren gingen we maar een paar dagen , eigenlijk veel te kort. Jonge gezinnen en drukte in de bedrijven lieten niet veel toe. Maar de gezelligheid was er niet minder om. We waren jong en hadden veel weerstand en gingen door tot de late uurtjes. In het tweede jaar dat we daar waren ( 1990) hadden we een mooi hotel ontdekt aan het meer en vlak bij de start . We konden met de schaatsen meteen het ijs op.
We gingen met de eigenaar van hotel Moser in gesprek en er werd voor het komende jaar 40 kamers gereserveerd. We zijn er nooit meer weggegaan .Wat was die man blij, jarenlang waren zij dicht in de winter en nu kwamen er een paar duizend Nederlanders naar toe. Het is daar 2 weken het schaatsmekka van Europa.De economie bloeide daar op en er zijn in de loop der jaren veel hotels en pensions bijgebouwd.
Voor de familie Winkler, eigenaar van het hotel zijn wij altijd eregasten.Zij kenden ieder bij naam en feesten in de avond met ons mee. Onze gastvrouw Carolien die wij hebben zien opgroeien en zij ons ouder zien worden is sinds 3 jaar burgemeester van het dorp.
Inmiddels is het hotel verkocht en heet het nu “Lacus”. Voor ons is er niets veranderd en is het nog steeds een heerlijk onderkomen.
Nu wat over mijn schaatsbelevenissen op de Weissensee. De eerste jaren waren voor mijn broer Hans en mijzelf de mooiste tochten. Wij reden met mannen als Evert van Bentem, Dries van Wijhe en de gebroeders Ruitenberg mee. Over spiegelijs op het grote meer konden wij goed meekomen met de grote mannen. De spanning was vooraf groot, we waren getraind maar werkten daarnaast ook hard. Koos van de Helm slijpte onze schaatsen perfect met een goede ronding en vlijmscherp. We werden door een masseur verzorgd, onze enkels ingetaped. We hadden nog geen klapschaatsen dus de bewegingsvrijheid van de enkel was beperkt . Met snelheden van 40 km per uur konden wij de groten mannen 80 km lang bijhouden. Na 6.15 uur hadden we de 200 km erop zitten. Een hele mooie tijd met mooie omstandigheden.
De jaren erna hebben we niet meer met de wedstrijd mee gedaan. We rijden nu de snelle tour , ook wedstrijden maar dan een tandje lager. Ook dan wordt er snoeihard gestart en vele jaren finishte ik bij de eerste rijders .We hebben altijd een goede verzorging langs de baan van onze dames. Zij weten precies wat we nodig hebben en al rijdend worden de tasjes met eten en drinken aangereikt .Er wordt 200 km nonstop geschaatst. Wat de omstandigheden betreft heb ik al van alles meegemaakt. Sneeuwstormen, temparaturen van min 20 gr , regen , mooi ijs maar vaak slecht ijs met veel scheuren.
De laatste jaren gaan we met het vliegtuig , binnen 6 uur zitten we in ons hotel. Geen stau, geen bekeuringen en uitgerust aankomen. Eind januari vloog ik eerst naar Flachau om een paar dagen te gaan skieen. Mijn vrouw bleef dit jaar thuis . Ik had genoeg trainingsuren in de benen. Elke week 90 km schaatsen op de uithof en 160 km op de racefiets. Ik wilde nog een keer die 200 km met de snelle mannen mee. Op de dag zelf 5uur opstaan , een wekker hoef je eigenlijk niet te zetten want je bent de hele nacht al wakker. Alle voorbereidingen treffen en half 6 aan tafel om te ontbijten. Je krijgt geen brood door je keel maar er moet wel veel naar binnen. Terug op je kamer je schaatskleding aan. Alles ligt de avond ervoor al uitgestalt .Je kan en mag niets vergeten .Een opsomming…. Ondergoed-sokken-een brace voor mijn knie want er zat wat vocht in- ondermalot- winddicht shirt- scheenbeschermers-schaatspak-transponder-alluminium hesje onder het schaatspak want dat houdt de kou tegen en de warmte vast .Een kolsjaaltje om de nek, handschoenen, schaatshelm, bril tegen bevriezing en in de achterzak een zonnebril . Hartslagmeter, gezicht in de vaseline tegen bevriezing en een windvanger als laatste. Wat eten in de achterzak , schaatsschoenen aan en op naar de start. Het is nog pikke donker maar we wilden vooraan staan bij de start.ik ben natuurlijk niet de enigste , we praten wat en zijn geconcentreerd. De camera’s zijn aanwezig om mooie plaatjes te maken. Nog 5 min. klinkt het door de speaker. De jacks gaan uit en worden naar onze verzorgers gegooid .Het is precies 7 uur, een luide knal en we gaan met z’n allen los. Prachtig om te zien hoe ieder aan de klus begint.
Mijn start is goed , door het heldere weer rijden we maar 20 min in het donker. Veel scheuren in het ijs, je moet een beetje mazzel hebben. Ik merk al snel dat ik een groep van een man of 30 moet laten gaan. Allemaal jonge kerels , ik laat mij terugzakken naar een 2e groep van 60 man. Hier denk ik wel goed mee te kunnen. Het gaat allemaal prima ,rijden een gemiddelde van 27 km per uur. Het is erg koud maar de zon komt al op en wordt het aangenamer. De eerste 60 km kan ik zonder verzorging totdat ik een krentenbol aangereikt krijgt. Ik neem er een hap van om er vervolgens een half uur over te doen voordat ik hem naar binnen hebt gewerkt.
Mijn kaken waren stijf van de kou en in mijn vingers had ik ook niet veel gevoel ondanks goede handschoenen.
Tussendoor een flesje drank zo moet het wel lukken. We gaan de 8 ste ronde in en bij doorkomst heb ik er 100 km op zitten en gaan we aftellen. Maar voor mij kwam het niet zover. Een flinke scheur die ik niet zag omdat er teveel sneeuw op het ijs lag werd mij fataal .Ik stond in een keer vast, klapte tegen het ijs, blesserde mijn arm , heup en rug. De kramp schoot in mijn been en ik wist het meteen… ik kon zo niet verder. Ik ben rustig naar de finish gereden, afgemeld en afgestapt. Bij de verzorging wisten ze nog niet wat er gebeurd was en miste mij in de groep. Ik ben in die 30 jaar weinig gevallen maar nu ging het fout. Aangekomen bij de verzorging, iedereen bedankt. De schaatsen uitgedaan en accepteren dat dit ook bij sport hoort.
Zodra je na een val weer opstaat wordt het herstel weer ingezet. Soms duurt het 2 uur, 2 dagen , 2 weken of 2 maanden.
Na 1,5 uur stond ik alweer op het ijs om vrienden en bekenden moed in te praten.
Twee dagen later schaatste ik alweer 110 km en ging het alweer beter.
Al is het dit jaar niet gelukt, de prestaties en herinneringen die ik aan de Weissensee heb neemt niemand mij af en zijn onvergetelijk!
Jan van der Knaap.
Onze sponsoren dragen de club een warm hart toe en daar zijn we ze dan ook erg dankbaar voor.
Wilt u ook onze club sponsoren of op een andere manier ondersteunen, neem contact op met Jan van der Knaap middels voorzitter@ftcw.nl